15 januari 2021

Een lezer herkent zich in mijn essay en reageert: ‘Omdat ik vanuit mijn diepste wezen kan voelen waarom ik hier op aarde ben, wat ik wil en wat ik anderen en mezelf wil geven.’

Inderdaad. Het besef van het einde maakt juist dat ik meer geniet dan ooit van het leven, dat ik het soms wil uitschreeuwen van geluk. Ik merk ook dat, gelukkig sporadisch, dit niet altijd wordt gewaardeerd. Pijnlijk, want het voelt of de ander mij en ons dan niet bekijkt met een liefdevolle maar een oordelende houding van ‘Doe niet zo overdreven, stel je niet aan’ of iets in die trant. Zonder liefdevolle blik zijn wij inderdaad een soort van ‘blije idioten die graag alles willen laten zien’. Klopt, helemaal waar. En gelukkig maar.

Want wij weten wat de andere kant van de medaille is, zoals vandaag: ik krijg de driemaandelijkse botversterkers via het infuus in het ziekenhuis, daarna loop ik met het infuus in m’n arm door naar de scan. Ik ben bang deze week, huilerig, ‘doe moeilijk’ naar Wim, voel allerlei pijnen, lig ervan wakker. Het is weer een hele klus om deze tijd door te komen. En als… als… áls dan de uitslag volgende week ‘stabiel’ is, ja, dan gooien we deze extreem stressvolle dagen weer als een muntje over de schouder: dan gaan we weer ‘los’, leven to the max, alles doen wat God verboden heeft, hoe je het maar noemt.

En mensen zonder liefdevolle, begripvolle blik die gooi ik graag - als eerste - over de schouder.